22 | Salomo ging voor het altaar van JHWH staan 1)
ten overstaan van de gehele vergadering der Israëlieten. Hij spreidde zijn handen uit naar de hemel. |
23 | Hij zei:
|
37 | |
38 | en als er dan enig gebed, enig smeken om genade is
van enig mens [of] van uw gehele volk Israël, - omdat ieder van hen de plaag van zijn hart kent - en hij spreidt zijn handen uit in de richting van dit huis, |
39 | hoort u het dan in de hemel
de plaats waar u gezeten bent. Vergeef en doe en geef iedereen naar alles wat hij heeft gedaan 4) omdat u zijn hart kent - want uzelf kent alleen het hart van alle mensenkinderen - |
40 | opdat zij u alle dagen vrezen
alle dagen dat zij op de grond leven die u aan onze vaderen gegeven heeft. |
41 | Ook naar de buitenlander die niet van uw volk Israël is
maar omwille van uw naam uit een ver land is gekomen |
42 | - omdat zij van uw grote naam en uw sterke hand
en van uw uitgestrekte arm hebben gehoord - en hij komt om in dit huis te bidden |
43 | hoort u dan [naar hem] in de hemel
de plaats waar u gezeten bent en doe naar wat de buitenlander tot u geroepen heeft opdat alle volkeren van de aarde uw naam kennen zodat zij u vrezen zoals uw volk Israël en zij weten dat uw naam wordt uitgeroepen over dit huis dat ik gebouwd heb. |
1 | 22-23 vertaling door Willem Pel |
2 | 37-43 vertaling door Evert van den Berg |
3 | Zo in LXX , codex Vaticanus; MT: in het land van zijn poorten |
4 | Letterlijk: al zijn wegen |